De Oost-Vlaamse springruiter, Valentijn De Bock, is een vast gegeven op de nationale cyclus wedstrijden voor jonge paarden. De man uit St-Niklaas rijdt sinds zijn 11de levensjaar competitief te paard en wordt vandaag beschouwd als één van de experts voor jonge springpaarden. Onze redactie ging aan huis en bracht Valentijn een bezoekje.
Hoe het begon…
“Als jonge knaap hadden we altijd paarden thuis. Echt competitief heeft het tot m’n elfde jaar geduurd voor ik met de pony’s aan de start ging in LRV Haasdonk. Via m’n nichtjes kwam ik in aanraking met de LRV pony sport en dat sprak me enorm aan. Tot m’n zestiende was ik actief bij de pony’s,” gaat De Bock verder. “Daarna stapte ik over op paarden. Een jaar later – op m’n 17 jaar – nam ik voor het eerst deel aan het Belgisch Kampioenschap voor jonge paarden in Gesves.”
De Bock heeft in z’n ruim 40-jaar hippische carrière een opmerkelijk palmares bijeen gesprongen. De springruiter haalde de provinciale en interprovinciale titel. Heeft op het BK voor jonge paarden zowat elke trede van het podium per leeftijdscategorie gehaald maar zijn opmerkelijkste prestatie is de WK-titel. “In 1998 haalde ik goud op het Wereldkampioenschap voor jonge paarden. Dat moment vergeet ik nooit meer. Ik liet toen topnamen als Mathijs van Asten, Rolf-Göran Bengtsson, enz. achter mij. Het zou mooi zijn als ik nu, 20 jaar later, dat kunstje opnieuw zou kunnen overdoen.”
Werken, werken en dan volgt …. werken
“Ik ben de 50 jaar gepasseerd en sinds kort focus ik me 100% op de hippische sector. Ik werk enorm graag, maar had de tijd niet meer om te gaan werken,” lacht Valentijn. “Het paardrijden heb ik altijd gecombineerd met een vaste job. Ik hield van die afwisseling, maar op een bepaald moment moet je een keuze maken.”
Over de toekomst is De Bock formeel. “Ik heb geen ambitie meer om de internationale topsport te halen. Het is trouwens onmogelijk. Elk paard dat we opleiden wordt rond zijn zeven à acht jaar verkocht. “
Het succesverhaal van Inshallah de Muze
“Het is een aparte anekdote,” begint De Bock zijn relaas. “Ik wou altijd al een embryo van Joris de Brabander maar ook dat jaar had ik geen succes. Tot het moment dat ik in contact kwam met Bart van Poucke. Hij had juist twee embryo’s aangekocht bij de Brabander en ik kocht bij beiden de helft over. Eentje was Incroyable de Muze. Deze 10-jarige viervoeter is momenteel verkocht naar Brazilië maar sprong met Marc Bettinger tot een 1.50m niveau (glundert). De tweede was Inshallah de Muze.”
Momenteel wordt Inshallah gereden door voormalig wereldkampioen Philippe Le Jeune, ook hij is vol hoge verwachtingen van de hengst. “Enkele weken terug sprong Inshallah zijn eerste 1.55m Grand Prix. Met één springfout heeft hij dat uitzonderlijk goed gedaan. Momenteel willen we met Inshallah een volledige focus op de sport. Daarom beperken we de dekkingen van de hengst.”
Maar het lijkt erop dat de springruiter van jong bloed zichzelf transformeert naar hengstenboer eerste klas. Zo staat ook Nadal Hero & DB onder zijn naam. “Nadal heb ik eveneens gekocht als embryo. Puur op basis van de papieren. Hij is immers de halfbroer van Taloubet Z. Samen met James Peeters willen we Nadal eerst de tijd gunnen zich te ontwikkelen in de sport. Daarna kijken we hoe het gaat. Als het aan James ligt, dan wordt Nadal zijn toekomst Olympisch paard, maar goed dat wachten we wel af (lacht).”
De evolutie van de paardensport
Valentijn De Bock heeft ongetwijfeld heel wat letterlijke en figuurlijke kilometers in de benen. De Oost-Vlaming heeft de springsport nationaal en internationaal zien evolueren. “De paardensport is uiteraard veranderd, maar daarom is het niet slechter geworden! Vroeger werd alles verkocht, nu is het anders. Kwaliteit wordt vlotjes verkocht. De iets minder goede paarden vinden minder snel een nieuwe eigenaar. Wat de reden ervan is, dat is voor mij een raden.”
Over de prijzen is hij formeel. “Kwaliteit moet betaald worden. Soms wordt er in de sport verkeerd geredeneerd. Het is niet de kostprijs dat van belang is, maar wel de kwaliteit.” Ook in de fokkerij is er een evolutie. “We fokken slimmer, en dat is goed,” gaat De Bock verder. “Je hebt slimme paarden nodig op het hoogste niveau. We gaan meer en meer fokken met enkel goede merries en bestuderen nauwer hoe we een toppaard kunnen fokken.
Bron Equnews